Gebruiken

Souvenirs uit het verleden
Elke groep mensen ontwikkeld vanzelf eigen gewoonten en gebruiken. Ook de genie houdt er een aantal op na. Het zijn allemaal stukjes traditie, souvenirs uit ons rijke verleden; brokjes geschiedenis die voortleven in het heden. Samen vormen ze de identiteit van de genie.

Sodeju!
Genisten gebruiken het Sodeju! na het ontvangen van een bevel, tijdens het afscheid nemen van familie en de regimentsadjudant bij de bloempot op Eindhoven Airport, na het heelhuids volbrengen van een missie, onder een geschreven bericht op sociale media, bij het brengen van een plechtig eerbetoon, oftewel gewoon bij elke gelegenheid waar het genistenhart krachtig spreekt. Het Sodeju! dat genisten roepen of schrijven is naar alle waarschijnlijkheid de verzachte versie van de Franse heil toezegging Nom de Dieu. Het woord komt rechtstreeks uit de huidige variant van de Kolonel Van Heemskerck van Beestmars, oftewel het Mineurslied. Dat groeide uit tot de hymne van de genie. Sodeju! schrijf je altijd met hoofdletter S en een uitroepteken!

Het Mineurslied
De mars werd begin twintigste eeuw gecomponeerd door eerste luitenant Zwart. Genisten zingen het Mineurslied staande gezeten (gezeten op de rugleuning van een stoel, een voet op de zitting, een voet op de grond). Dat wordt gedaan bij gebeurtenissen die variëren van een korpsdiner en commando-overdrachten/dienstverlatingen, tot het begin en einde van uitzendingen alsook bij bruiloften en begrafenissen.

Wij zijn Mineurs van't Nederlandse leger
en onze naam is overal bekend,
Sodeju!

We dragen een jas met goudgehelmde knopen
de pikhouweel is ons niet onbekend,
Sodeju!

En iedereen die mag het weten,
we krijgen vanavond uijenrats te eten.
En moeder de wasvrouw staat aan de deur,
dat is de roem van elk mineur,
dat is de roem van elk mineur,
Sodeju!

Brandewijn
In het eikenhoutje vaatje op de heup van de marketenster  zit brandewijn. Dat is een sterk alcoholische drank (tenminste 35 tot maximaal 40%), die in Nederland oorspronkelijk van moutwijn werd gestookt. Moutwijn was niet lang houdbaar, dus distilleerden stokers de wijn tot sterke drank. Het idee was om dat later weer te verdunnen tot wijn, maar daar kwam het zelden van: de pure brandewijn vond gretig aftrek. Genisten dronken vroeger brandewijn om het bloed te laten stromen en om zichzelf wat moed in te drinken! Het is een traditie geworden: de marketenster die rondgaat met haar vaatje en de brandewijn tapt in voetloze glaasjes.


Brandewijnvat met het regimentsembleem (foto: Anneke Janissen). 

Glaasje zonder voet
Voetloze glaasjes of glaasjes zonder voet zijn van groot tactisch belang. Genisten staan nogal eens in de modder, aan de waterkant of op een zompige bouwplaats. Toen je nog moest betalen voor de brandewijn mocht er geen druppel verloren gaan. Vandaar de steeltjes zonder voetje: je steekt het glaasje gewoon in de grond. Tegenwoordig staat het glaasje ook symbool voor het werk van de genist in onontgonnen gebied. Als een pionier het missiegebied in: een kamp bouwen, wegen maken, bruggen slaan en als de missie ten einde is opruimen en terug naar huis.


Vullen van het voetloze glaasje. 

De stok van de regimentsadjudant (RA)
De functiestok was van oorsprong een rangonderscheiding van de hoogste onderofficier binnen een eenheid. Eigenlijk was het vooral een stok om mee te slaan, ter stimulering van goed gedrag of als disciplinaire straf. Nog steeds hoort de functiestok tot de vaste uitrusting van de compagnies sergeant-majoor tot aan de brigadeadjudant, maar geslagen wordt er niet meer mee. De RA van de genie heeft wel een heel bijzonder exemplaar; in de knop van de stok zit namelijk het borrelglaasje van de regimentscommandant veilig opgeborgen. En in een verborgen holle ruimte past een beschaafde hoeveelheid brandewijn. De regimentsadjudant drinkt zijn deel dan ook direct uit de stok.


De rijkversierde kop van de RA-stok (foto: Anneke Janissen). 

Uienrats
De uienrats was en is, zo blijkt ook uit de tekst van het Mineurslied, de ‘machtige’ brandstof voor het zware werk dat door genisten werd uitgevoerd. Ooit een armeluisdiner, maar bij de genie staat deze voedzame en redelijk gezonde stamppot nog steeds op het menu bij bijvoorbeeld beëdigingen. Het gerecht is de genie op het lijf geschreven. De ingrediënten liegen er dan ook niet om: 

•    aardappelen
•    uien
•    reuzel of boter
•    een snufje zout en peper
•    in brandewijn gewelde rozijnen (boerenjongens)


Uienrats bij het aanmeren van een klas VTO KMA. 

Het regimentsboeket
Een rode roos, vergezeld van de waardering van het hele regiment. De oorsprong van dit ruikertje ligt in de jaren tachtig van de vorige eeuw. Naar verluidt was het een idee van de eerste regimentsadjudant (RA). De man zat verlegen om een geschenk voor de partner van een jubilaris of een ander die in het zonnetje werd gezet. Veel geld was er niet, dus riep hij het regimentsboeket in het leven. Het boeket is voor iedereen gelijk en wordt geniewaardig overhandigd (met respect). Meestal reikt de RA het boeket eerst aan de jubilaris uit, die het vervolgens namens het regiment aan degene geeft die hem of haar lief is. Meestal krijgt bij zo’n gelegenheid de marketenster ook een regimentsboeket.


De RA reikt het regimentsboeket uit. 

De natte peddel
De traditie wil dat een jubilaris of vertrekkend genist tijdens de receptie een eigen eregalerij mag samenstellen. Na de nodige plichtplegingen gaat de marketenster rond met de natte peddel. Dit is een afgezaagd exemplaar met in het blad zes gaten voor borrelglaasjes. De marketenster zorgt voor de vulling en deelt de glaasjes middels de peddel uit aan de eregalerij en de jubilaris. Een proost, een teug, het Mineurslied, Sodeju! en applaus. In de tijd dat een borrel in het missiegebied nog mocht, kreeg de hoogste onderofficier van de uitgezonden genie-eenheid een handgemaakte kist mee met daarin een vervangende natte peddel. Tegenwoordig is dit militair erfgoed. Zo’n kist is zelfs overgedragen aan het Nationaal Militair Museum.


Marketenster met de natte peddel in de aanslag (foto: Anneke Janissen). 

De eregalerij
De eregalerij bestaat uit de regimentscommandant, de regimentsadjudant, de marketentster, de jubilaris en zes eregasten. De eregasten zijn er op speciale uitnodiging van de jubilaris. Zij hebben iets bijzonders betekend tijdens het (werkzame) leven van de genist die in het zonnetje wordt gezet.

Regimentsdiner
Samen eten is olie voor de vriendschap. Het Regiment Genietroepen hanteert deze wijsheid ook. Eenmaal per jaar worden daarom korpsdiners voor officieren, voor onderofficieren en voor de manschappen gehouden. Bij de regimentsdiners van de genie zijn ook militairen van andere wapens en dienstvakken en burgers welkom, mits ze (tijdelijk) bij de genie werken. De diners verlopen ongeveer volgens hetzelfde stramien en staan bol van tradities. Zo is er een tafel-voor-één gedekt, als symbool voor degenen die het regiment zijn ontvallen; voor hen houdt het regiment een minuut stilte. Het Mineurslied komt op zo’n avond zeker voorbij en tot besluit wordt er samen gefeest.


Regimentsdiner voor officieren, op de voorgrond de tafel-voor-één gedekt (foto: JB Strijk). 

Aanmeren VTO KMS en KMA
De vaktechnische opleiding van officieren en onderofficieren, gegeven door de Mineurs- en Sappeursschool, wordt altijd afgerond met een eindoefening. De laatste dag van de oefening staat in het teken van tradities en ceremoniële zaken van het regiment. Aanmeren op de oever van Drongelens Kanaal, ontvangst van de baret met het genie-embleem, uienrats eten, zingen van het Mineurslied en een glaasje brandewijn drinken. Aansluitend is er in het Geniemuseum de diploma uitreiking en de beëdiging van de nog niet beëdigde geslaagden.


Aanmeren van een klas VTO KMS op de oever van het Drongelens Kanaal (foto: JB Strijk).