1946-1960

Wederopbouw en de Koude Oorlog

Tijdlijn militaire geschiedenis NIMH

Nederland kwam verwoest en verarmd uit de oorlog. Vanaf 1950 kon Nederland pas echt aan de wederopbouw beginnen. Dit was na de oplossing van de Indonesische kwestie. Nederland profiteerde hierbij van de in 1948 op gang gekomen Marshallhulp, een omvangrijk Amerikaans materieel hulpplan voor de Westerse landen van Europa dat op initiatief van de toenmalige Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, George Marshall drie jaar na de Tweede Wereldoorlog in werking trad . Bij zowel marine als landmacht deden zich belangrijke reorganisaties voor. Dat gold ook voor de luchtmacht en marechaussee. Zij namen een steeds zelfstandiger positie in binnen de landmacht. De decennia na de oorlog stonden vooral in het teken van nieuwe wereldomspannende tegenstellingen tussen de westerse landen, verenigd in de NAVO (1949) en de communistische landen verenigd in het Warschau-pact (1955). Deze koude oorlog leidde tot een wapenwedloop tussen Oost en West. Het zorgde meermalen voor gevaarlijke crises in de internationale politiek.

Geo-politieke en maatschappelijke ontwikkelingen (vnl. Europa)

Toen de Tweede Wereldoorlog begon beheersten de Europese landen een groot deel van de wereld. Ondanks de oprichting van een aantal m.n. economisch gerichte samenwerkingsverbanden (BeNeLux, EGKS) veranderde dat na het einde van de oorlog. Brits-Indië was in 1947 het eerste land dat onafhankelijk werd. Omdat een oorlog tussen moslims en hindoes dreigde, werd het land opgedeeld in twee staten, India en Pakistan. In 1949 werd de Republiek Indonesië onafhankelijk. Het conflict tussen Franse koloniale heersers en nationalisten in Indochina spitste zich toe op Viëtnam. Na de val van Dien Bien Phoe gaven de Fransen in 1954 de strijd op. De strijd ging echter door onder Amerikaanse leiding. Datzelfde jaar werd in Algerije de bloedige tweede Franse dekolonisatie-oorlog gevoerd die pas in 1962 werd beëindigd. De dekolonisatie van de rest van Afrkika verliep relatief rustig. In 1948 richtte Nederland in reactie op de sovjet-agressie in Oost Europa samen met België, Luxemburg en Frankrijk de West Europese Unie (WEU) op. In 1949 stichtte Mao Zedong de Republiek China. In de nieuwe wereldorde die na de Tweede wereldoorlog was ontstaan was een belangrijke politieke rol weggegelegd voor twee supermachten: de Verenigde staten en de Sovjet-Unie. Deze twee raakten al spoedig in conflict: de Koude Oorlog. Rusland was een grote (militaire) macht maar de VS waren de enige supermacht. Voor Europa was slechts nog een bescheiden rol weggelegd: Oost-Europa verdween achter het IJzeren Gordijn en West-Europa schaarde zich onder de militaire en nucleaire paraplu van de VS en werkte aan economisch herstel en overbrugging van tegenstellingen tussen m.n. Frankrijk en Duitsland. De oprichting van de Duitse Democratische Republiek en Bondsrepubliek Duitsland (1949), de machtsgreep van de communisten in Tsecho-Slowakije (1948) en de blokkade van Berlijn door de Sowjet-Unie verscherpten het conflict tussen de supermachten. Dat leidde in 1949 tot de oprichting van de Noord Atlantische Verdrags Organisatie (NATO) in 1955 gevolgd door de oprichting van het Warschau-Pact. Van 1950 tot 1953 woedde (na de aanval van het communistische Noord-Korea op Zuid-Korea) de Korea-oorlog. VN-troepen o.l.v. de Amerikanen kwamen tussenbeide. Economisch herstel in Europa kwam snel en was spectaculair. In 1957 werd met het Verdrag van Rome de Europese Gemeenschap opgericht door Belgie, Frankrijk, Duitsland, Nederland, Luxemburg en Italië. Kenmerkend waren een aantal supranationale instituten en intergouvernementeel genomen besluiten, initieel gericht op een gemeenschappelijke interne markt. 

Nationale en nationaal-maatschappelijke ontwikkelingen

Tot teleurstelling van ook Koningin Wilhelmina werden met de parlementsverkiezingen de politieke verhoudingen van vóór de oorlog hersteld. Alleen de communisten boekten winst. Met het kabinet Beel begon een langdurige rooms-rode samenwerking. Het begin van een lang proces van democratisering en ontkerkelijking en de geboorte van de "verzorgingsstaat". De doorbraak van de verzuiling zou pas in de 60-er jaren plaatsvinden. In Nederlands-Indië droegen de verliezende Japanners in 1945 de macht over aan de nationalistische leiders Soekarno en Hatta die vervolgens de Republiek Indonesië uitriepen. Nedeland weigerde de republiek te erkennen maar kon vooralsnog zijn gezag niet laten gelden. In 1946 werden de accoorden van Linggadjati gesloten waarbij de op te richten Verenigde Staten van Indonesië een Unie zou vormen met Nederland. Vanwege de verschillende interpretatie over de inhoud en uitvoering van de accoorden van Linggadjati zegde Nederland in 1947 de overeenkomst op en startte de eerste politionele actie. In 1948 bereikten Nederland en de Republiek Indonesië onder leiding van de VN de Renville-overeenkomst die in grote lijnen een kopie is van de accoorden van Linggadjati. Vanwege (opnieuw) verschillende interpretatie van de inhoud en uitvoering van de overeenkomst volgde in december van dat jaar de tweede politionele actie.  De veiligheidsraad sommeerde Nederland bij de tweede politionele actie de vijandelijkheden onmiddellijk te staken en de Indonesische leiders vrij te laten. Aan de eerste eis werd door Nederland gehoor gegeven. De VS dreigde vervolgens de Marshall-hulp in te trekken (Nederland ontving per hoofd van de bevolking de het meeste geld van alle Marshall-landen), en Nederland gaf uiteindelijk gehoor aan de eisen van de veiligheidsraad. Na vier jaar onafhankelijkheidsoorlog met Nederland (1945 - 1949) werd Indonesië een onafhankelijke staat. Nieuw Guinea bleef in Nederlandse handen. Op Ambon werd in 1950 de onafhankelijke Republiek der Zuid-Molukken uitgeroepen. Daarop werd Ambon veroverd door het Indonesische leger en werden Molukse en ex-KNIL-militairen gerepatrieerd naar Nederland en daar gedemobiliseerd. De economische groei zorgde voor veel werkgelegenheid. Het tekort aan arbeidskrachten werd opgelost met vooral gastarbeiders uit Noord-Afrika. De noodwet "ouderdomsvoorzieningen" werd in 1947 ingevoerd (de voorloper van de in 1956 van kracht geworden AOW) , in 1949 gevolgd door de WerkeloosheidsWet. In 1948 werd Koningin Wilhelmina opgevolgd door Koningin Juliana.  De geleide loonpolitiek, een belangrijk onderdeel van de wederopbouw, werd langzaammaarzeker losgelaten. Een zware noordwesterstorm liet in 1953 vele dijken breken in m.n. Zuid-west Nederland. Tijdens de watersnood vielen ruim 1800 doden. Er werd in reactie daarop een deltacommissie ingesteld die leidde tot de ontwikkeling en uitvoering van de Deltawerken. De eerste moskee in Nederland werd in 1955 geopend. In dat jaar nam ook de jeugd bezit van de openbare ruimte en daagde openlijk het gezag uit. De N(ederlandse) O(nderdaan) Z(onder) E(nig) M(oraal) (nozem) wordt het symbool van deze maatschappelijke ontwikkeling. De juridische "handelingsonbekwaamheid" van de getrouwde vrouw werd in 1956 opgeheven. De Indonesische president Soekarno zegde in 1956 eenzijdig de Nederlands-Indonesische Unie op  en de relatie met de voormalige kolonie verslechterde zienderogen. Vervolgens werden in 1957 de ca. 4000 Nederlanders uitgewezen uit Indonesië en in 1958 liet Soekarno alle Nederlandse ondernemingen in Indonesië nationaliseren. In 1959 werd in Slochteren een enorme aardgasbel ontdekt.  

Technologische ontwikkelingen

In deze periode werd de systeembouw / prefabbouw ontwikkeld waarmee de snelheid van bouwen enorm werd vergroot. De eerste PC zag in 1946 het licht en in 1947 ontwikkelde de Russische generaal Kalasjnikov zijn vermaarde AK-47. In datzelfde jaar werd de transistor ontdekt en in 1951 was er voor het eerst een TV-uitzending in Nederland en in de jaren daarna werd de televisie het belangrijkste informatiekanaal. In 1951 werd ook de pacemaker ontwikkeld en het geheim van het DNA werd in 1953 ontrafeld. In 1955 werd de grootste radiotelescoop ter wereld in Dwingeloo in gebruik genomen.  De eerste kunstmaan draaide in 1957 om de aarde. Vliegtuigen hadden in 1958 voor het eerst de beschikking over een zwarte doos en in datzelfde jaar begon de aanleg van Europoort waarmee Rotterdam zou uitgroeien tot de grootste haven ter wereld.                              

Ontwikkelingen Ministerie van Oorlog, Marine c.q. Defensie

In 1953 werd de Koninklijke Luchtmacht opgericht als zelfstandig krijgsmachtdeel. Tot dan toe behoorde de Luchtmacht tot de Koninklijke Landmacht. De zich ontwikkelende Koude oorlog noopte tot beschermde onderkomens voor commando- en verbindingscentra en ziekenhuizen. In 1954 werd de Amerikaanse 32 Tactical Fighter Group in Soesterberg ondergebracht en in 1960 volgde de verplaatsing van de Nederlandse Groep Geleide Wapens naar Duitsland. Grote hoeveelheden Amerikaans materieel werden in Nederland en West-Europa opgeslagen in de zgn. Prepositioned Organizational Material Storage (POMS-) Sites USA.  

De wijze van oorlogvoering

Geen andere ontwikkeling heeft de oorlogvoering zo beïnvloed als de komst van de atoombom in 1945. Het kernwapen leidde door zijn verwoestende kracht tot denken over het voorkomen van oorlog. Het principe van deterrance (afschrikking) beheerste het strategisch denken : een eventuele aanval zou altijd vergolden worden met kernwapens (massive retaliation) die elke winst van de agressie teniet zouden doen. Daarvoor was ook een second strike capability nodig, capaciteit om na een nucleaire aanval ontvangen te hebben nog terug te slaan met kernwapens vanuit b.v. onderzeeërs.  Het inzetten op alleen kernwapens werd echter snel losgelaten. Er ontstond behoefte om ook in voldoende / ruime mate te beschikken over niet-nucleaire strijdkrachten om mogelijkheden te hebben meer genuanceerd te reageren op conflicten (Limited war).