1713-1795

In de achterhoede

Tijdlijn militaire geschiedenis NIMH

In de 18e eeuw bleef de Republiek der Nederlanden een rijke en belangrijke Europese natie met een groot koloniaal handelsimperium. Toch legde de Republiek in de internationale politiek steeds minder gewicht in de schaal. Bij voorkeur hield de republiek zich afzijdig. De neutraliteitspolitiek vond in deze eeuw zijn oorsprong.

Geo-politieke en maatschappelijke ontwikkelingen (vnl. Europa)

De pest heerste over Europa. In 1739 brak de Spaans-Engelse koloniale oorlog uit. Tijdens de Oostenrijkse successieoorlog (1740-1748) leed het gecombineerde leger van Nederland, Engeland en Oostenrijk een nederlaag tegen de Fransen. Alle "barriéresteden" van de Republiek in de zuidelijke Nederlanden vielen in Franse handen. De Vrede van Aken (1748) maakte een eind aan de oorlog. De slechte verrichtingen op het slagveld en de vredesvoorwaarden maakten duidelijk dat de Republiek der Nederlanden in de Europese politiek niet echt meer meetelde. In 1748 publiceerde de Fransman Montesquieu zijn boek "De l'Esprit des lois" waarin hij de machtenscheiding  propageerde. In Engeland begon rond 1750 in de textielsector de industriële revolutie die leidde tot een geweldige verhoging van de productiviteit en een snelle urbanisatie. Mechanisering van arbeid en gebruik van fossiele brandstoffen waren belangrijke kenmerken. De wereld verdeelde zich in ontwikkelde en onderontwikkelde, rijke en arme landen. Bij de Zevenjarige Oorlog (1756-1763; deels een vervolg op de Oostenrijkse Successie-oorlog) waren de meeste Europese staten betrokken. De Republiek der Nederlanden hield zich wegens geldgebrek afzijdig. De oorlog leidde tot nieuwe machtsverhoudingen in Europa: Engeland en Pruisen vochten met elkaar tegen de nieuwe coalitie van de vroegere rivalen Bourbon en Habsburg. Zij kwamen als overwinnaars uit de strijd. Pruisen begon zijn lange opmars naar de heerschappij in Europa en Engeland vestigde zijn positie als wereldmacht op zee die het in de volgende eeuw verder zou uitbouwen. In 1776 nam het congres van de opstandige kolonisten de "Declaration of Independance" aan. De roep om onafhankelijkheid van het moederland (Engeland) werd onder meer ingegeven door de hoge Engelse belastingen. Het was de start van de Amerikaanse onafhankelijkheidsoorlog (1776-1783). In 1780 besloot de Republiek om met Denemarken, Rusland en Zweden een "Verbond van gewapende neutraliteit" aan te gaan. Dit verbond garandeerde onderlinge bescherming van de neutrale landen, ook tegen oorlogvoerenden. Hierop verklaarde Groot-Brittannië de Republiek de oorlog (de 4e Engelse Oorlog). De Nederlandse handel kreeg zware klappen en de hervormingsgezinden (patriotten) gaven Willem V de schuld. Door de spanningen tussen de orangisten en patriotten stond de Republiek der Nederlanden aan de rand van een burgeroorlog. De 4e Engelse Oorlog oorlog eindigde met de Vrede van Parijs (1783) met voor de Republiek rampzalige verdragsvoorwaarden, tekenend voor de Britse overheersing op zee. Het Verenigd Koninkrijk was de sterkste mogendheid in Europa. Samen met Frankrijk, Oostenrijk, Pruisen en Rusland bepaalden zij grotendeels het politieke gezicht van Europa. In 1787 werd de Amerikaanse grondwet aangenomen en twee jaar later (1789) werd George Washington de eerste president van de onafhankelijke en democratische republiek Verenigde Staten van Noord-Amerika: vrijheid van burgers en gelijkheid voor de wet. Die vrijheid en gelijkheid gold overigens niet voor de slaven; die kregen hun vrijheid pas veel later onder President Lincoln tijdens de Amerikaanse Burgeroorlog (1861-1865). In 1789 maakte de Franse revolutie een eind aan de monarchie en brak de macht van de adel en de kerk. Dit had ook een grote Franse expansiedrift tot gevolg. Robbespiérre voerde in Frankrijk een schrikbewind uit; er werden zo'n 40.000 mensen geëxecuteerd.

Nationale en nationaal-maatschappelijke ontwikkelingen

Nederland verloor zijn internationale macht. Met de handel en nijverheid bleef het goed gaan maar minder dan in de 17e ("gouden") eeuw. In de Zaanstreek, rond 1725 het grootste industriegebied van Europa, waren ruim 600 molens actief voor onder meer de houtzagerij, papierfabricage en de verfindustrie. De zeilmakeij en scheepswerven namen eveneens een belangrijke plaats in. In 1795 bezetten Franse legers Nederland. Hierdoor konden de patriotten in Nederland ook een revolutie beginnen. Stadhouder Willem V vluchtte naar Engeland. Nederlandse burgers vormden de Bataafse republiek met een nieuw bestuur. Voor het eerst kwam er een door het volk gekozen volksvertegenwoordiging  bijeen. Er bestonden grote verschillen tussen een kleine groep rijken en een grote groep armen. Om kostbare oorlogen te betalen werden regelmatig zware belastingen geheven, die soms leidden tot beperkte volksopstanden. Burgers gingen zich bewapenen en hielden militaire oefeningen. Ze wantrouwden de oude regenten en de prins en streefden naar grondrechten en politieke invloed.  Franse troepen trokken met een Bataafs legioen in 1794/1795 Nederland  binnen om de patriotten te helpen. Willem V week uit naar Engeland en de patriotten riepen de Bataafse republiek uit. Die omwenteling resulteerde ook in een grotere vrijheid van godsdienst.

Technologische ontwikkelingen

De Amerikaan Benjamin Franklin ontwikkelde in 1747 de bliksemafleider. In 1750 begon in Engeland de Industriële Revolutie, de historische omschakeling van handmatig naar machinaal vervaardigde goederen. In 1769 kreeg de Engelsman James Watt patent op de door hem ontwikkelde stoomachine. In Engeland werd in 1779 de eerste 30 meter lange gietijzeren brug ter wereld geopend. De eerste vlucht met een bemande luchtballon was in 1783 en in 1785 vloog de eerste bemande ballon over het Kanaal. Lachgas werd in 1793 ontdekt en in datzefde jaar werd met het eerste stoomschip gevaren.  

Ontwikkelingen Ministerie van Oorlog, Marine c.q. Defensie

In 1733 werd, ondanks de gespannen situatie in Europa, besloten de omvang van het leger terug te brengen tot 10.000 man. In 1747 viel de vesting Bergen op Zoom na een beleg van twee maanden door de Fransen. De val illustreerde de slechte staat waarin het Staatse leger en het vestingwerk verkeerden. De Staten-Generaal trokken meer geld uit voor oorlogvoering maar snel won de overtuiging dat het beter was om vrede te sluiten met de Fransen om daarmee verdere schade te voorkomen. Op 15 mei 1748 werd het Regiment Mineurs en Sappeurs (600 man) opgericht en in 1789 werd de eerste eerste Artillerieschool geopend, in 1793 gevolgd door de oprichting van de Rijdende Artillerie.  

De wijze van oorlogvoering

Oorlogen werden in deze periode vaak bevochten met veldslagen waarbij grote legers van vele tienduizenden mannen, veelal dienstplichtigen, tegenover elkaar stonden. Het daadwerkelijke aantal veldslagen was uiteindelijk gering. De legers opereerden op grote afstanden en hun optreden had anders dan in de periode daarvoor de vernietiging van de vijand tot doel. Deze oorlogen leidden tot bijzonder hoge verliezen. Een leger was echter een duur machtsmiddel, zowel qua verzorging als qua opleiding en training. Alleen echter met een goed getrainde drill-achtige inzet op het slagveld was het infanteriewapen werkelijk effectief. Verplaatsen en bevoorraden van de grote aantallen militairen waren cruciaal.  De bevoorrading vond plaats via versterkte voorraaddepots. Het belang van die depots en de beveiliging van de marsroutes droeg bij aan het vaak trage en defensieve karakter van de oorlogvoering.