De pontonnier

Zonder pontonniers is oorlogvoering in de Lage Landen haast onmogelijk. Zij bouwen bruggen, van groot tot klein. En de pontonniers steunen andere genisten als er op het water wordt gewerkt.

Pontgasten

De Lage Landen worden doorsneden met sloten, kanalen en rivieren. Dat maakt het verplaatsen van legereenheden met zwaar materieel een lastige zaak. Zonder brug is er eigenlijk geen beginnen aan. Dat was vroeger zeker zo. Daarom reisden met legers altijd werklieden mee. Dat waren de pioniers. Zij deden al het geniewerk, totdat gespecialiseerde eenheden hun werk overnamen. Voor de bouw van (ponton-)bruggen rekruteerde het leger schippers en ander scheepsvolk: de ‘pontgasten’. Ook schafte het leger brugslagmaterieel aan: gereedschap, boten, hout en touw. Zo ontstond aan het einde van de 16e eeuw in Nederland de eerste pontontrein. Deze eenheid had zijn basis in Dordrecht.

Professioneel

Mineurs en sappeurs werden voorheen na een veldtocht meestal weer ontslagen. Aan hen had het leger geen behoefte in vredestijd. Pontgasten bleven wel in dienst. Zij steunden andere eenheden bij oefeningen en garnizoenswisselingen. Ook onderhielden zij het opgeslagen brugslagmaterieel.

Doordat de onmisbare pontgasten in vredestijd bleven, konden zij ook oefenen. Bovendien hadden zij tijd om het materieel te verbeteren. Er werden bijvoorbeeld betere pontons ontworpen. De pontgasten, die later pontonniers gingen heten, vormden daardoor al snel een professionele eenheid. Zelfs de breedste rivieren vormden voor hen geen obstakel meer.

Pontonniers van nu

De taak van pontonniers is niet veranderd. Zij zijn nog steeds gespecialiseerd in de bouw van verschillende soorten bruggen. Een deel van het materieel lijkt zelfs nog op de houten schipbruggen die de pontgasten vroeger gebruikten. Daar is natuurlijk wel moderner materieel voor in de plaats gekomen. En het materieel is uitgebreid met systeembruggen en brugleggende voertuigen.

Brugslag of ‘gap crossing’ is niet het enige dat pontonniers kunnen. Omdat zij toch al vertrouwd zijn met water, verzorgen zij ook andere ‘amfibische’ steun aan de krijgsmacht. Daarvoor beschikken de pontonniers over vaartuigen en duikers.